Korte verhaaltjes over allerhande zaken | blog
‘Geld maakt niet gelukkig, maar elke dag pistache-ijs wel,’ zei een petieterige Spanjaard
Weer of geen weer: je moest niet aan Vicente’s pistache-ijsje komen. Elke dag at hij er eentje. Ergens tussen de financiële crisis (2008) en ‘t woonprotest (2021) in leerde ik deze kleine Spanjaard kennen. En ik ben ‘m nooit vergeten.
Een minuscule ode aan een astronomische schuilstoel
In m’n coworkspace in Lissabon staat een stoel als een groot ei. Van buiten is ’t een schild van wit plastic. Van binnen is het er zacht, warm en veilig.
Van iemand naar niemand naar iemand (over integreren als digital nom*d in Portugal)
Elke ochtend wandel ik in Lissabon langs een Chinese supermarkt. Als the king of the castle staat de eigenaar in de deuropening van zijn spulletjespaleis. “Bom dia,” groette hij me na een tijdje. En ik wist ‘t: in een vreemde stad was ik iemand geworden.
Wat je kunt leren van een glanzende gladiator in een lendelapje van Adidas
In de sportschool stond een man voor de spiegel met veel carpe diem. De Gotische letters reikten van z’n elleboog tot aan z’n pols. Zwierige krullen, swingende lussen en puntige hoekjes. Het was Russel Crowe in de catacomben van Jersey Shore, die alleen het broodnodige verhulde met een lendelapje van Adidas.
Waarom je de lepeltjesbak nooit naast de servetjesbak moet zetten (over ‘t nut van inefficiëntie)
In Lissabon dragen alle politiemensen pilotenbrillen, heet een boormachine een brrrrrrrrr-b’quim (schrijf: berbequim) en is het WiFi-wachtwoord in m’n vaste koffietent #orderfirst. Toch verloopt in Portugal niet alles even efficiënt. Gelukkig, maar.
Ooit heb ik tegen de koninklijke familie gezegd dat ze niet op de gastenlijst stond
Een tijdje was de skybar van Amsterdam het ding waar je naartoe moest. Daarbinnen kwamen twee subculturen samen: de ene helft dronk baco’s, de andere bubbels, alle helften reden op Vespa’s en iedereen was gek op Ibiza.
Ik legde m’n vader uit hoe ‘t internet werkte, en hij schreef het allemaal op
Mijn vader wilde laatst op een Portugese bussite een ticket boeken. Hij moest dat straks als ik er niet bij was alleen doen en vroeg of ik even wilde helpen.
Het was een hele mevrouw en ze typte met twee vingers
In Lissabon werk ik in de hipste co-work. Het is een oud pakhuis gevuld met planten en millennials. Hier is alles. Uit de kraan stroomt water met bubbels, de koffie komt van een lokale bio-boerin en het wifiwachtwoord is workandlife.
In Portugal drinken ze ffffffienjoe ferdê en zeggen ze “Ollllllllllllabomdia” (in 1 blog een hele cultuur ontleed)
Ik woon en werk al even vanuit Portugal. Na een tijdje krijg je de cultuur door, leer je de mensen kennen, de gewoontes, en ontdek je dat “Ola” en “Bom dia” en “Ola” en “Boa tarde” altijd als een pakketje komen.
Piet leert me hoe je zonder telefoon de weg vindt: “Vragen, Judith. Vragen.”
Al een tijdje ben ik de buddy van Piet. Piet is 75, woont z’n leven lang in de Rivierenbuurt en is bijna blind. Hij leert mij hoe je zonder telefoon naar de andere kant van de stad komt: “Vragen, Judith, vragen," dat als je maar lang genoeg wacht filterkoffie weer een ding is en dat een broodje kaas je avo-toast verslaat.
Ik zat laatst in de TGV naast een Gooische pensionado (en hij ging vreemd met z’n buurvrouw)
In de TGV van Amsterdam naar Parijs zat ik vandaag op een rood velourse stoel naast een pensionado. Hij kwam uit 't Gooi, ging naar de Arc de Triomphe en vertelde me zijn levensverhaal.
Voor als je veel vindt, maar eigenlijk een huis-tuin-en-keuken-veranderaar bent
Soms zie je jezelf van een afstandje en weet je, dit ben ik niet. Ik had dat afgelopen week toen ik op plastic schoenen, in blauwe regencape en met natte Primark-tas door Edinburgh liep.