Het was een hele mevrouw en ze typte met twee vingers

In Lissabon werk ik in de hipste cowork. Het is een oud pakhuis gevuld met planten en millennials. Hier is alles. Uit de kraan stroomt water met bubbels, de koffie komt van een lokale bio-boerin en het wifiwachtwoord is #workandlife.

Ik heb het altijd een beetje moeilijk in dit soort plekken, en dan vooral met mezelf. Maar tot ik een andere identiteit heb gevonden, blijkt het inderdaad vruchtbare grond voor zowel work als life.

Zo doen de meesten hier iets digitaals met marketing en dat schept een band.

Ik heb al zeker drie potentiële nieuwe vrienden. Nog in de kinderschoenen, maar het kan.

Wat ook wat met me doet: iedereen oogt erg succesvol en efficiënt. Dat is naast irritant ook aanstekelijk.

Door deze stille groepsdruk typ ik meer dan dat ik scroll. Het zorgt ervoor dat ik niet eindeloos in YouTube-holes beland met filmpjes van vrouwtjesinktvissen die zandgooien naar opdringerige mannetjes (met acht armen, pak aan!) en voorkomt ook dat ik op dagelijkse basis uitpluis wie Yvonne Coldeweijer is.

Dat zorgt er dan weer voor dat ik aan het eind van de maand facturen kan versturen. Dus eigenlijk door in de cowork te zitten, kan ik de cowork weer betalen. Circle of life, ofzo? Maar das misschien iets voor een ander blog.

Gelukkig is er in de rest van Portugal ook nog van alles te doen. Zo schijnt hier altijd zon en ben ik in februari al bruin.

Maar goed: tussen al die monstera’s en digitale nomaden zat van de week ineens een hele mevrouw.


Ze was zo rond de zestig, droeg een jurk zonder vouwen en typte met twee vingers.


Soms keek ze even op van haar toetsenbord, keek ze om haar heen. Glimlachte ze naar iemand die aanschoof, knikte naar nieuwe binnenkomers en probeerde iets te zeggen.

Maar koptelefoons praten niet terug. En ik wist het, morgen was ze hier niet meer.

Ik vroeg me af wat ze hier deed, wat zij deed. Wat zou ze vanavond vertellen als ze thuiskwam? Wat zou ze vinden van deze wereld waar ze heel even een glimp van op had gevangen?

De volgende dag bleef de plek leeg.

Aan haar tafel zat nu een jongen te programmeren. Hij droeg een VR-bril en zat in een verre wereld irritant succesvol en efficiënt te wezen.

Ik miste de hele mevrouw en begon met twee vingers een stukje over haar te tikken.

Vorige
Vorige

Ik legde m’n vader uit hoe ‘t internet werkte, en hij schreef het allemaal op

Volgende
Volgende

In Portugal drinken ze ffffffienjoe ferdê en zeggen ze “Ollllllllllllabomdia” (in 1 blog een hele cultuur ontleed)