Copy die je uitleest tot het colofon (of je cta). Zonder poespas en als ‘t even kan met humor. Maar met mate, want mijn coping is de jouwe niet. Komt er op neer dat goed schrijven balanceren is. En ik zit op koorddansen.
En ik heb ze niet eens betaald
(zij mij wel)
-
“Voordat Judith voor de Rotterdamse Vrijheidsmaaltijden schreef, was onze situatie een beetje ingewikkeld. We hadden een copy-update nodig die in lijn lag met onze nieuwe tone of voice. Het moest allemaal minder formeel. Een stuk persoonlijker. Judith begreep precies wat we wilden. Ze is een ongelooflijk goede copywriter. Nauwkeurig, snel en geweldig in haar werk. En bovenal: heel aardig!”
Ermyas Kidanemariam - Rotterdamse Vrijheidsmaaltijden
-
“Samenwerken met Judith is superfijn. Love haar creativiteit en hoe ze meteen 1.000 ideeën bedenkt en visualiseert. Ben zo blij met onze tone of voice-guide!”
Marlot Prinse - Trunkrs
-
“Scherpe, vattende teksten zonder opsmuk. We zijn er erg blij mee. Judith for President!”
Nick ‘t Riet - Temporary Palaces
-
“Judith gaf in de samenwerking helder aan wanneer wat werd opgeleverd. De manier waarop ze dat deed is duidelijk en verrassend.”
Willem Verweijen - Hoax Amsterdam
-
“Ik krijg altijd een glimlach op mijn gezicht als ik Judith’s copy lees. Met haar creativiteit weet ze de perfecte teksten voor onze doelgroepen te schrijven. Ze verzint elke keer originele haakjes en altijd in de juiste tone of voice.”
Stephanie Bours - bloomon
Rotterdamse Vrijheidsmaaltijden
Schone woonkamers, nieuwe tattoestijlen en geen ouwe baas die eventjes komt vragen: “Lukt het?”
Hoe vanzelfsprekend is vrijheid als je tachtig, negentig of wel honderdéén wordt?
bloomon
Trunkrs | Tone of voice-guide
Social Design Scheurkalender 2023
Temporary Palaces
Trunkrs | Campagnes
Trunkrs | Webwinkel Vakdagen 2023
Made with Maude
Korte verhaaltjes over allerhande zaken | blog
Een bekende politicus staat naast me op perron 7a. Gestreken broek met vouw aan de voorkant, gestreken kapsel met vouw in het midden en een gestreken gezicht met vouwen. Helemaal van ver en gewoon met de trein. We gaan vandaag allebei naar Den Haag.
Ooit had ik een Vast Contract bij een grotemensenbedrijf. Ik deed daar iets met social media en iets met content. In zompige hokjes vergaderden we achter Google Sheets. Iedereen knikte dan zo van ja-ja-ja en nee-nee-nee. Totdat sommigen een burn-out kregen, anderen de bierkoelkast ergens anders openden en weer anderen op zoek naar vrrrrrrrijheid gingen in Bali-Australië-whatever (hoi).
Heb server-email-hosting-ofzo-problemen. Verschrikkelijk. In 46 stappen trek ik je mee in het web van Anansi de spin, die ergens diep in het Grote Donkere Internetbos garen zit te spinnen van verloren wachtwoorden en iets met domeinnamen. Godzijdank is daar Sjaak, de man van Ida, die volgens mijn moeder alles kan met computers.
Streepjestrui, zachte stem en nog maar een jaar voor z’n pensioen. Meester Henk is zo’n meester die je niet snel vergeet. Meester Henk is zo’n meester die op zondagavond door de stad rijdt om ook de laatste toestemmingsformulieren van de ouders te verzamelen.
“Judith Cretier is copywriter. Denk: ducttape, houtje-touwtje en creditcard kwijt.” Helemaal toppie om zo op Spotify te staan. Dank je, Tim. Na deze intro strijk ik m’n schaapskleren weer glad en praten we over wat je het beste kunt doen als je snel beter wil worden in copywriting.
“Ik twijfel of dit mijn plek wel is,” zeg ik zachtjes tegen m’n vriendin. Het is zaterdagochtend 11 maart. T. en ik staan in ‘t Haagse Bos. Nog even en we gaan de A12 op met activisten die veel activistischer zijn dan ik.
Op maandag, iets voor achten, fiets ik door een donker Amsterdam richting de Dominicuskerk. God zelf zou er die avond niet bij zijn. Eenmaal binnen zie ik dat dat niet waar is. God is er wel. Ze staat op het altaar, draagt een glanzend pakje en een silentdiscokoptelefoon.
Een tijdje terug schreef ik over X. X is klimaatactivist en mijn collega op een middelbare school. Drie keer per week wandelen we twaalf minuten lang naar de bushalte. Langs flats, perkjes en de Vomar.
Ik ging met mijn 75-jarige vader naar een of ander hip deelrestaurant. Mijn vader snapt dat niet: hij wil één bord. Hij wil duidelijkheid. Even later aten we allebei twintig gegratineerde bloemkoolroosjes met tahin uit onze eigen aardewerken bakjes. En dit is daar ‘t voordeel van.
Ik heb sinds een tijdje een soort nieuwe kennisvriendin. Ze is zo iemand naast wie ik de hele avond wil staan op verjaardagen. Ze is 23. Ze is activist. Ze praat niet over baby’s. Ze heeft ’t nooit over hypotheken. En áls ze dat al zou doen, zegt ze misschien iets als dit.
Sudokuboekje, miniflesje rode wijn en een aura als een strandwandeling. In de lege tuin van het hostel zat een hele mevrouw en ze had het allemaal. Ze was zo rond de zeventig en viel op tussen veel twintigers en twee mensen van 34.
Laatst appte een startende copywriter me of ik nog tips had. Hoe doe jij dat eigenlijk altijd? Met klanten? Deadlines? Geld? Het was 15:00 uur ’s middags. Ik had een deadline. Naast me lagen tien lege Merci-papiertjes. Ik zette m’n serie even op pauze. Tips, dus.
Van de week had Mark Zuckerberg z’n broodkruimeltjes weer eens voor me uitgestrooid. Voor ik het wist dwaalde ik uren door ‘t Grote Instagram Woud. Een bijzondere plek. De tijd gaat er 10 x zo snel, het stikt er van de wilde dieren en alle wegen leiden naar één en hetzelfde pannenkoekenhuisje. Coachella.
Laatst stuurde een vriendin me een plaatje van ’t millennialstarterpakket. Laten we eerlijk wezen: het was een heel lokaal verkregen millennialstarterpakket. ‘t Pakket kwam uit Amsterdam. Nog iets lokaler: je kon ‘t ophalen in de Pijp, in Zuid, rondom de Javastraat en in alle straten van de Baarsjes. Zo ook in de mijne.
Remote werken is heel goed in een andere taal de WiFi kunnen vragen, terwijl je met zweetreet en koptelefoon de rest van de dag op een plastic stoel zit te typen. Naja, zoiets. Pas dan ga je de klassieke bureaustoel weer waarderen.
In ’t schimmigste zolderzaaltje van de Melkweg stond een aspirant-rockster op ’t podium. Het was maandagavond, er waren vijftien mensen en iedereen dronk nul-punt-nul. Maar dat kon de aspirant-rockster niets schelen, hij gaf vanavond alles.
‘Hoi Judith, Schrijftalent, hoor. Leuk. Maar vanaf aanstaande maandag gaan we 90% in-house oplossen. Als je nog feedback hebt, horen we ‘t wel. Fijne dag!’
Kreeg van de week deze e-mail van een vaste klant. Hoe ik daarop reageerde? Exorbitant ongemakkelijk.
Deze week zijn twee dingen me vrij laat overkomen: corona en tv-aannemer Bob Sikkes + messing-aapje-met-lampje-in-hand-stylist Roos Reedijk van het RTL-programma Kopen zonder kijken.
“Rijd uw bakfiets maar alvast naar binnen, mevrouw,” zei de fietsenmaker. Met een schuin knikje wees hij me op de laatste vrije vierkante meter in de winkel. Twijfelachtig keek ik over m’n schouder. Was er misschien nog iemand binnengelopen?
Gisteravond zat ik in bus 18 te luisteren naar een podcast van Tatjana Almuli, toen Tatjana Almuli de bus in stapte. Ik wist het zeker, ’t was er. Van alle vrije plekjes, koos ze die ene achter mij.
Weer of geen weer: je moest niet aan Vicente’s pistache-ijsje komen. Elke dag at hij er eentje. Ergens tussen de financiële crisis (2008) en ‘t woonprotest (2021) in leerde ik deze kleine Spanjaard kennen. En ik ben ‘m nooit vergeten.
In m’n coworkspace in Lissabon staat een stoel als een groot ei. Van buiten is ’t een schild van wit plastic. Van binnen is het er zacht, warm en veilig.
Elke ochtend wandel ik in Lissabon langs een Chinese supermarkt. Als the king of the castle staat de eigenaar in de deuropening van zijn spulletjespaleis. “Bom dia,” groette hij me na een tijdje. En ik wist ‘t: in een vreemde stad was ik iemand geworden.
In de sportschool stond een man voor de spiegel met veel carpe diem. De Gotische letters reikten van z’n elleboog tot aan z’n pols. Zwierige krullen, swingende lussen en puntige hoekjes. Het was Russel Crowe in de catacomben van Jersey Shore, die alleen het broodnodige verhulde met een lendelapje van Adidas.
In Lissabon dragen alle politiemensen pilotenbrillen, heet een boormachine een brrrrrrrrr-b’quim (schrijf: berbequim) en is het WiFi-wachtwoord in m’n vaste koffietent #orderfirst. Toch verloopt in Portugal niet alles even efficiënt. Gelukkig, maar.
Een tijdje was de skybar van Amsterdam het ding waar je naartoe moest. Daarbinnen kwamen twee subculturen samen: de ene helft dronk baco’s, de andere bubbels, alle helften reden op Vespa’s en iedereen was gek op Ibiza.